De instandhouding van de provinciale infrastructuur legt een groot beslag op de provinciale begroting. Hierdoor is in de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker de behoefte ontstaan om de infrastructuur professioneler, doelmatiger en efficiënter in stand te houden. Om hieraan te voldoen hebben wij de principes van assetmanagement en gebiedscontracten omarmd.
De provincie Noord-Holland is sinds 2015 gecertificeerd beheerder conform de internationale norm voor Assetmanagement ISO 55001. Wij zetten, als gecertificeerd beheerder, in op continue verbetering en ontwikkeling van de organisatie. Dit doen we door de kwaliteit van onze werkprocessen voortdurend te toetsen. Najaar 2019 is met succes een volledig nieuwe audit uitgevoerd door een extern certificeringsbureau.
Assetmanagement beoogt de benodigde onderhoudsmaatregelen van het areaal af te wegen op basis van de aspecten areaalprestatie, faalrisico’s en kosten. Waar eerder de degradatie van de technische staat leidend was voor het plegen van onderhoud, is nu het functioneren van het areaal op bestuurlijk vastgesteld kwaliteitsniveau leidend. Dit is vastgelegd in de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen 2016-2019 (NIKG). Hierin is omschreven welke kapitaalgoederen de provincie in eigendom heeft en op welk kwaliteitsniveau deze in stand gehouden moeten worden. Ook is hierin vastgelegd welke financiële middelen hiervoor noodzakelijk zijn. In 2020 zal de nieuwe NIKG 2020-2023 worden vastgesteld. Hierin zijn de onderstaande beeldkwaliteitsniveaus voor de verschillende netwerken van de provinciale infrastructuur gehanteerd. Deze zijn gebaseerd op de landelijke CROW-systematiek. Uit inspecties blijkt dat 97% van het areaal voldoet aan de vastgestelde kwaliteitsniveaus, dat is 2% hoger dan de streefwaarde, die is gesteld in de begroting 2019. Het areaal dat momenteel niet voldoet aan het vastgestelde kwaliteitsniveau zal in onderhoud worden genomen, zoals bijvoorbeeld de N246b, N196b of de N417, zie het Provinciaal Meerjarenprogramma Onderhoud (PMO). Wanneer naar de individuele netwerken wordt gekeken, dan valt op dat alleen de fietspaden 1% onder de streefwaarde liggen. Dit wordt met name veroorzaakt door de N240b en N196b, die geprogrammeerd staan voor groot onderhoud in 2020, de N231a die voor 2020 en 2021 gepland staat en de N417 die reeds in uitvoering is tot en met 2022.
In de NIKG 2020-2023 worden beeldkwaliteitsniveaus gehanteerd, die ongewijzigd zijn ten opzichte van de NIKG 2016-2019. Gebaseerd op de landelijke CROW-systematiek, zijn de onderstaande kwaliteitsniveaus toegepast voor de verschillende onderdelen van de provinciale infrastructuur.
Type areaal | Beeldkwaliteit |
Stroomwegen | B |
Overige wegen | C |
Fietspaden | B |
Milieuaspecten bij wegbeheer | B |
Vrijliggende busbanen | B |
Haltes / stations Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) | B |
Vaarwegen / oevers | C/D |
De beeldkwaliteit betreft een minimumeis |
De gerealiseerde kwaliteitsniveaus zijn hieronder weergegeven.
Beeldkwaliteit
Netwerken | Bestuurlijk vastgesteld kwaliteitsniveau | Werkelijk kwaliteitsniveaus t.o.v. gehele netwerk (%) | Streefwaarde 95% ≥ kwaliteitsniveau | Realisatie | |||||
A+ | A | B | C | D | totaal | ||||
Stroomwegen | B | 5% | 38% | 53% | 4% | 0% | 100% | 95% | 96% |
Overige wegen | C | 18% | 46% | 19% | 16% | 1% | 100% | 95% | 99% |
Fietspaden | B | 31% | 46% | 17% | 5% | 1% | 100% | 95% | 94% |
Busbanen (incl. haltes) | B | 4% | 7% | 89% | 0% | 0% | 100% | 95% | 100% |
Vaarwegen | C/D | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt |
Totaal | - | - | - | - | - | - | - | 95% | 97% |
Deze tabel geeft inzicht in de globale toestand van ons areaal op bestuursniveau. Positief is dat we voor het totaalbeeld boven de norm zitten. Stroomwegen en busbanen zitten overwegend op de norm en dat betekent dat dit areaal met de tijd onder de geldende norm zal zakken. Afhankelijk van de situatie en vooral ook verschillende inspectieresultaten, zal dit opnieuw in de onderhoudsprogramma’s worden opgenomen, hetzij door de provincie hetzij door de gebiedsopdrachtnemers.
Naast de bovenstaande eis over beeldkwaliteit zijn er bij de begroting 2019 ook andere eisen gesteld. Zo is er gesteld dat bij de vaarwegen geen stremmingen voor de gebruikers mogen ontstaan ten gevolge van een calamiteit aan de oevers. In 2019 zijn geen stremmingen als gevolg van een calamiteit aan de oever opgetreden. Bij de tunnels was de beschikbaarheid hoger dan 99% (Waterwolftunnel 99,2%) en is de eis van 98,5% gehaald. Daarnaast is door verdere optimalisatie van de verkeersregelinstallaties (VRI’s) het aantal voertuigverliesuren in 2019 met 1% afgenomen. Deze beperkte winst is het gevolg van eerdere optimalisaties in voorgaande jaren. Het toont aan dat door de eerder uitgevoerde optimalisaties het bestaande VRI-areaal beter op orde is dan voorheen. Er is wel een ontwikkeling gaande met nieuwe regelapplicaties, waaronder een veelbelovende pilot met toepassing van een aangepaste regelstructuur. Hierbij is met de Robuuste Groenverdeler (RGV) een regelstructuur toegepast die beter kan inspringen op plotselinge pieken in de verkeersstroom. Bij de pilot is op dit specifieke punt een winst behaald van 9% op de voertuigverliesuren en, belangrijker, ruim 30% minder voertuigstops.
De ontwikkeling van de betrouwbaarheid wordt niet jaarlijks gemeten. De meest recente cijfers zijn gerapporteerd in een tussenevaluatie van het beleidskader (2017). Met betrekking tot die ontwikkeling van de betrouwbaarheid is het volgende gemeten (bron: tussenevaluatie 2017):
- Bij 29% van de bemeten trajecten is de betrouwbaarheid met 10% of meer verbeterd.
- Op 16% van de trajecten is wel een verbetering zichtbaar, maar is die verbetering kleiner dan 10%.
- Op ongeveer de helft van de trajecten is sprake van een verslechtering van de betrouwbaarheid.
In 2020 wordt de betrouwbaarheid opnieuw gemeten.
Resumerend levert dit de volgende resultaten op in de onderstaande tabel.
Resultaten
Streefwaarde 2019 | Realisatie 2019 | |
Minimaal 95% van de netwerken voldoet aan het kwaliteitsniveau | 95% | 97% |
Geen ongeplande stremmingen vaarwegen t.g.v. calamiteiten oevers | 0 | 0 |
Beschikbaarheid tunnels | 98,5% | >99% |
Afname aantal voertuigverliesuren per jaar | 6% | 1% |
Toename van de betrouwbaarheid van de reistijd per jaar | 0,1% | - |
Om het gebiedsgericht werken te kunnen uitvoeren, zijn binnen de ambtelijke organisatie de verschillende beheeraspecten en processen per gebied uitgewerkt. Een belangrijk instrument bij het gebiedsgericht werken zijn de gebiedscontracten, waarbij het onderhoud van het areaal naar de markt is gebracht. De gebiedscontracten voorzien erin dat het bepalen en uitvoeren van het vast en variabel onderhoud wordt uitbesteed en alleen de (vervangings-)investeringen door de provincie zelf worden geprogrammeerd. In 2019 waren alle gebiedscontracten operationeel. Daarnaast zijn er ook aspecten van het onderhoud die niet in het gebiedscontract zitten en waarvan het soms efficiënter is om deze centraal te beleggen, zoals bijvoorbeeld centrale brugbediening, Dynamische Verkeersmanagement (DVM), tunnelbeheer en gladheidscoördinatie.
Provinciaal Meerjarenprogramma Onderhoud & Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur
Het PMO 2020-2027 geeft aan welke onderhoudsmaatregelen noodzakelijk zijn. Daarmee wordt gewaarborgd dat de infrastructuur met de beschikbare middelen ook in de toekomst blijft voldoen aan de in de NIKG vastgestelde beeldkwaliteitsniveaus.
Alle maatregelen aan het infrastructurele areaal worden begroot en in een planning opgenomen, de 'Provinciale Programmaplanning Infrastructuur'. Een extractie daaruit voor de eerstvolgende 8 jaren is nader uitgewerkt en opgenomen in het Provinciaal Meerjarenprogramma Onderhoud (PMO) en het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI). Het PMO is in november 2019 door PS vastgesteld. Het PMI is in 2019 niet vernieuwd vanwege de herijking van het PMI op de nieuwe beleidsspeerpunten en de financiële consequenties van het nieuwe coalitieakkoord. In 2019 is ook gestart met het traject om het PMO en het PMI samen te voegen. Van beide producten zijn ook in de digitale versies op kaart de lopende projecten in de verschillende gebieden van de provincie Noord-Holland weergegeven.
Kostenstijging
Daarnaast zijn er ook onvoorziene gebeurtenissen die hebben geleid tot kostenstijgingen.
Verontreinigingen zoals chroom-6 hebben de provincie genoodzaakt om in overleg met de gebiedsopdrachtnemers extra beheersmaatregelen te nemen.
Ook de aanpak van PFOS bij de uitvoering van infrastructurele projecten leidt steeds vaker tot stagnatie, en daarmee veelal tot kostenstijging. Daarom heeft de rijksoverheid in samenwerking met decentrale overheden het zogenaamde 'Tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie' opgesteld. Dit handelingskader beoogt de stagnatie waar mogelijk op te heffen, terwijl tegelijkertijd onverkort het uitgangspunt geldt dat risico’s voor de gezondheid, het milieu en het verspreiden van PFAS houdende grond en baggerspecie naar niet of minder belaste gebieden worden voorkomen.
Naast deze ontwikkelingen heeft ook de marktsituatie invloed gehad op de kostenstijgingen. Doordat op de arbeidsmarkt schaarste is aan technische specialisten, leidt dit tot stijging van de kosten van arbeid.
Verbeteren van de maatregelenprogrammering
Binnen de directie Beheer en Uitvoering wordt gewerkt volgens gebruikersgericht netwerkmanagement. Hierbij staat de gebruiker centraal, waarbij de hinder-beleving voor de gebruiker tot een minimum wordt beperkt, bij een zo efficiënt mogelijke besteding van de beschikbare middelen. In de contracten met de gebiedsaannemers is (en wordt) geëist dat zij werken met zo min mogelijk hinder voor gebruikers door onder meer vast te leggen dat grootschalige ingrepen in de infrastructuur alleen met minimale tijdsintervallen van meerdere jaren mogen plaatsvinden.