Algemeen
De financiering van de provincie Noord-Holland heeft conform de voorwaarden genoemd in de Wet financiering decentrale overheden plaatsgevonden. Het belangrijkste uitgangspunt van deze wet is het beheersen van risico's die uit de treasuryfunctie (kunnen) voortvloeien. De treasuryfunctie omvat alle activiteiten gericht op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen en de hieraan verbonden risico’s.
Het treasurybeleid beslaat de doelstellingen, de richtlijnen en de limieten, die voor het uitvoeren van de treasuryfunctie zijn vastgesteld. De wettelijke en provinciale kaders zijn vastgelegd in:
- Wet financiering decentrale overheden (Wet fido)
- Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden
- Ministeriële regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden
- Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
- Financiële verordening Noord-Holland 2019
- Financieringsstatuut provincie Noord-Holland 2010; gewijzigd maart 2014
- Uitvoeringsrichtlijn Leningen en Garantstellingen Noord-Holland; oktober 2015
In deze wettelijke en provinciale kaders staan onder andere richtlijnen voor het aangaan en verstrekken van leningen en het verlenen van garanties uit hoofde van de publieke taak. De provincie Noord-Holland had in 2019 geen uitzettingen en derivaten.
De belangrijkste doelstellingen van het provinciale treasurybeleid zijn:
- Duidelijke richtlijnen voor eenduidige behandeling van aanvragen voor geldleningen en garantstellingen (vanuit publieke taak)
- Zorgen voor de tijdige beschikbaarheid van de nodige financiële middelen
- Beheersen van financiële risico’s
- Minimaliseren van de kosten bij het beheren van geldstromen en financiële posities.
De provincie Noord-Holland heeft zich bij het uitvoeren van de treasuryfunctie aan de wettelijke kaders en provinciale regelgeving gehouden. Met de keuze voor het integraal schatkistbankieren (besluit Provinciale Staten november 2009) heeft de provincie de risico’s van de treasuryfunctie kunnen begrenzen. Immers het debiteurenrisico van deze keuze is nihil, want het geld wordt uitsluitend ondergebracht bij het Rijk
In het uitvoeren van het treasurybeleid stuurt de provincie daarom op het beheersen van het renterisico en het liquiditeitsrisico. Het renterisico is het risico van een lager financieel resultaat als gevolg van (negatieve) rentefluctuaties. Het liquiditeitsrisico is het risico van wijzigingen in het verloop van inkomsten en uitgaven in afwijking van de planning, waardoor financieringskosten hoger uitvallen.