6. Groen

6.1 Beschermen en ontwikkelen van de groenstructuur

Toelichting

Prioriteiten

  1. Vitaal Landelijk gebied
    Natuurrealisatie is niet langer denkbaar zonder óók aandacht te hebben voor de grotere behoefte aan recreatieve mogelijkheden. Verbetering van de biodiversiteit en waterkwaliteit lukt niet zonder stikstof- en fosfaatemissies vanuit de agrarische sector te verminderen. Bodemdaling kan niet worden tegengegaan zonder keuzes te maken over waterpeil, natuurdoelen en de toekomst van de betrokken grondeigenaren. Steeds meer mensen willen in steden wonen, maar wel in hun vrije tijd het groen in. Vanwege de grote onderlinge verwevenheid van al deze uitdagingen moeten de beleidsvelden natuur, water, landbouw, bodem, recreatie en landschap is het onvermijdelijk deze in samenhang te benaderen. Daarom is in 2019 een start gemaakt de opgave ‘Vitaal Landelijk Gebied’, naar het gelijknamige hoofdstuk in het coalitieakkoord. Door een samenhangende aanpak in deze opgave behouden en versterken we de vitaliteit van het Noord-Hollandse landelijk gebied, met daarbij oog voor aanpalende opgaven/beleidsvelden zoals cultuurhistorie, energietransitie en sociaaleconomische leefbaarheid.
  2. Realisatie Natuurnetwerk Nederland (NNN)
    Voor de resultaten ten aanzien van de verwerving en inrichting NNN én kwaliteitsverbetering NNN in 2019 wordt verwezen naar paragraaf 6.1.1.
  3. Realisatie programma’s Groene Uitweg, Oostelijke vechtplassen en Laag Holland.
    Voor de resultaten in de gebieden waar grote opgaven liggen wordt verwezen naar de desbetreffende paragrafen: Groene Uitweg (6.1.2), Oostelijke Vechtplassen (6.1.3) en Laag Holland (6.1.4).

Omgevingsfactoren
De uitvoering van ons beleid wordt beïnvloed door:

  • Klimatologische en fysisch-geografische omstandigheden, zoals temperatuurwisselingen en neerslag, droogte, bodemgesteldheid, zeespiegelstijging en verzilting.
  • Niet, of slechts zeer beperkt door ons te beïnvloeden ecologische factoren, zoals populatiedynamiek van dier- en plantensoorten en de aanwezigheid van invasieve exoten ( soorten die niet op eigen kracht maar door toedoen van de mens in Nederland terecht zijn gekomen, zoals de halsbandparkiet, de rode Amerikaanse rivierkreeft, cabomba en watercrassula).
  • Een actieve en betrokken omgeving. Bewoners en andere belanghebbenden laten van zich horen, organiseren zich en weten goed de weg naar pers, politiek en de rechter te vinden als zij het oneens zijn met onze plannen. Dit vraagt naast goede communicatie om een bewuste keuze ten aanzien van burgerparticipatie bij de ontwikkeling van projecten.
  • Wet- en regelgeving van andere overheidsorganisaties.

Stikstof
De hoeveelheid stikstof terugdringen, de natuur versterken en tegelijkertijd economische ontwikkeling mogelijk maken. Dat was het doel van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het PAS was van toepassing voor 118 Nederlandse Natura 2000 gebieden met stikstofgevoelige natuur. Op basis van het PAS werd vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, toestemming gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden. Op 19 mei 2019 deed de Raad van State (RvS) de uitspraak dat het PAS niet langer als basis voor toestemming voor activiteiten mag worden gebruikt, omdat het in strijd is met Europese natuurwetgeving. Dit leidde tot grote onzekerheid. Zowel projecten met een lopende vergunningaanvraag, als projecten die eerst geen natuurvergunning nodig hadden, moesten nu opnieuw beoordeeld worden.
In oktober 2019 stelden provincies nieuwe beleidsregels vast voor het verlenen van juridisch houdbare vergunningen op grond van de Wet natuurbescherming. Op 6 december 2019 stelden Gedeputeerde Staten van Noord-Holland de Beleidsregel intern en extern salderen Noord-Holland vast, waarmee de tot dan geldende beleidsregels op punten werden aangescherpt en verduidelijkt. De komende tijd zal worden gewerkt aan zowel herstel van natuurgebieden, als het terugdringen van de zuurstofdepositie. In 2020 start de provincie met de gebiedsgerichte aanpak. In twaalf stikstofgevoelige Natura-2000 gebieden wordt samen met vertegenwoordigers van Schiphol, VNO-NCW, waterschappen, de landbouwsector, agrarische collectieven, Bouwend Nederland, natuurorganisaties, gemeenten, ANWB, Natuur- en Milieufederatie Noord-Holland en het Ministerie van Defensie gekeken vanuit welke bronnen de stikstofuitstoot verminderd kan worden en de natuur kan worden hersteld, zodat ook bijvoorbeeld de woningbouwproductie weer kan worden opgepakt.

Deze pagina is gebouwd op 05/25/2020 13:38:14 met de export van 05/25/2020 13:35:31